Instellingen voor afdrukkwaliteit
De instellingen voor afdrukkwaliteit bepalen hoe licht of hoe donker de afdruk is en de stijl waarin
de illustraties worden afgedrukt. U kunt met deze instellingen ook de afdrukkwaliteit voor een
specifieke soort afdrukmateriaal optimaliseren. Zie
Afdrukkwaliteit van afdrukmateriaal
optimaliseren
voor meer informatie.
U kunt de instellingen in de printereigenschappen aanpassen aan de soort afdruktaken die u hebt
ingesteld. Het gaat om de volgende instellingen voor afdrukkwaliteit.
●
Beste kwaliteit: hierbij wordt afgedrukt met 600 dpi en wordt de beste afdrukkwaliteit
geleverd. Dit is de standaardinstelling.
●
300 dpi: hierbij wordt de resolutie iets verlaagd, zodat de taak sneller kan worden afgedrukt.
●
Aangepast: hierbij kunt u persoonlijke instellingen voor de afdrukkwaliteit opgeven.
●
EconoMode (toner besparen): hierbij wordt minder toner gebruikt. Deze optie is nuttig bij het
afdrukken van een kladversie.
Instellingen voor afdrukkwaliteit wijzigen
1
Open de printereigenschappen. Zie
Printereigenschappen (driver)
voor instructies.
2
Klik op de tab Afwerking.
3
Selecteer de optie Afdrukkwaliteit.
4
Wanneer u de grafische instellingen en uitvoerinstellingen wilt weergeven of wijzigen voor de
geselecteerde optie, klikt u op Details.